Voor de best practice in bosbouw was het onmogelijk om te kiezen tussen twee zeer verschillende voorbeelden. Dus hier zijn ze allebei, gecombineerd met andere ideeën.

Een 50-jaar oude plantage met beukenbomen

Intensieve bosbouw leidt tot bossen waarvan de bomen dezelfde leeftijd hebben met één of twee soorten bomen. Deze bomen geven over het algemeen te weinig variatie om de meeste soorten wild te kunnen laten overleven. Dit kan een effect hebben op productiekosten, bijvoorbeeld wanneer een bepaald soort plaagdier gedijt wegens een gebrek aan generalistische predatoren. Daarentegen kan dit ook voordelen hebben voor de bestrijding van plaagdieren. Een voorbeeld zijn grijze eekhoorns, die jonge beuken doden in een gemengd bos, door de bast eraf te strippen. Dit gebeurt niet in geïsoleerde groepjes jonge beukebomen omdat er weinig ander voedsel is voor de eekhoorns.

De diversiteit van beukenbossen neemt toe naarmate de bomen ouder worden, maar het kernhout van de beuk heeft de neiging donkerder te worden met de leeftijd in plaats van uniform wit. Dit leidde ertoe dat bomen op de leeftijd van 100 - 120 jaar oud al werden gekapt om de lagere prijzen voor "niet-standaard" hout te voorkomen. Echter, prijzen voor het op een mooie manier gebruik maken van het donkere hout, vooral met een dergelijke kwaliteit als de "German Gold" meubels in het Midden-Oosten, hebben een vraag gecreëerd die de waarde van de oudere hout heeft doen stijgen in de westelijke delen van Duitsland, zoals de Saar-Hunsrück-en Westeifel.

Fruit en paddestoelen als Niet hout bosproducten in Zweden

Prijzen die nieuwe markten creëren zijn een best practice voor het aanmoedigen van natuurvriendelijk beheer van bomen. Een andere is het vegroten van de kennis van martwaardes van bestaande "Niet hout bosproducten". De Wereldbank onderzocht de waarde van dergelijke producten round de Middellandse Zee, en schatte de waarde van brandhout, kurk, voedergewassen, paddestoelen, honing en andere "Niet hout bos producten" jaarlijks op ongeveer € 41 per hectare voor Zuid Europese landen. Voordelen van het recreationele aspect van deze producten, en dan met name recreationeel gebruik van wildsoorten, verbetert vaak deze waarden. De uitdaging is om de beste waarde te krijgen voor de landeigenaar uit deze voordelen voor de lokale bevolking.